Samen zoeken naar oplossingen.

Interventie Lage rugklachten

Lage rugklachten

Werkgerelateerde interventies

Anema et al., 2007: Werkplekinterventie, bestaande uit een werkplek beoordeling en aanpassing van het werk waarbij alle belangrijke ‘stakeholders’ (werknemer, werkgever, bedrijfsarts, huisarts) in het proces van terugkeer naar werk zijn betrokken. Tijd tot terugkeer naar werk was 77 dagen voor werknemers met een werkplekinterventie versus 104 dagen voor werknemers zonder deze interventie.

Arnetz et al., 2003: interventie bestaande uit een proactieve benadering door het toepassen van semigestructureerde interviews (o.a. mate van interne controle over revalidatie proces, beeld van hun gezondheid, werk en sociale situatie), werkplek bezoeken en eventuele aanpassingen. Werknemers in de interventie groep hadden een 2.5 keer grotere kans om de terug te keren naar werk (vs. controle groep)

Bethge et al., 2011: de interventie (‘multimodel work hardening’) is een toevoeging op de conventionele revalidatieprogramma’s bestaande uit 6 modules, nl: zorgen voor motivatie om terug te keren naar werk en begeleiding bieden bij kwesties omtrent sociale wetgeving, veranderen van werk gerelateerde cognities en verbeteren van stress coping gedrag, oefeningen, water oefeningen, trainen van functionele capaciteiten, en ontspanningstechnieken. Deelnemers aan de interventie hadden een 2.4 keer grotere kans op een positieve werkstatus (vs. controlegroep) na 6 maanden.

Bultman et al., 2009: de interventie (‘coordinated and tailored work rehabilitation’) bestaat uit 1) een multidisciplinaire evaluatie van belemmeringen , het functioneren en het vaststellen van barrières om terug te keren naar werk, 2) het formuleren en implementeren van een gecoördineerd, op maat gemaakt en actie georiënteerd werk revalidatie plan. Dit plan is ontwikkeld door een interdisciplinair samenwerkend team, gebruik makend van een feedback geleide benadering. Het aantal uren ziekteverzuim was zowel voor de periode 0-6 maanden als 6-12 maanden significant lager voor de interventiegroep.

Burke et al., 1994: de interventie is een programma gericht op functieherstel, gebruik makend van arbeidssimulatie gebaseerd op een Functionele Capaciteits Evaluatie aan het begin van het programma. Daarnaast zijn een educatief programma gericht op gewricht beschermende technieken, voeding, stress en pijnmanagementvaardigheden en principes van een goede lichaamshouding onderdeel van de interventie. Het percentage mensen dat terugkeerde naar werk was hoger in de interventiegroep (vs. controlegroep), namelijk 62% vs. 30% (6 maanden) en 77% vs. 35% (12 maanden).

DuBois et al., 2012: de interventie bestaat uit standaardzorg (een korte evaluatie van beperkingen zonder het geven van medisch advies) met additioneel daaraan een medisch onderzoek per brief 2 weken na de eerste verzuimdag, advies, en elke 3-4 weken follow-up een lichamelijk onderzoek. Van de cliënten die werden voorzien van zowel informatie als advies keerde na 1 jaar follow-up significant een hoger percentage terug naar werk.

Heymans et al., 2006: een lage intensiteit rugschool bestaande uit één keer per week een sessie gedurende 4 weken. Elke sessie bestond uit het geven van een informatie en het uitvoeren van een gestandaardiseerd oefenprogramma. Daarnaast moeten deelnemers 2 keer per dag thuis oefeningen uitvoeren. Deelnemers aan de lage intensiteit rugschool keerde sneller terug naar werk en waren minder dagen afwezig van werk vergeleken met een hoge intensiteit rugschool en standaard zorg.

Hlobil et al., 2005: naast advies over omgaan met ziekteverzuim, het verbeteren van werkomstandigheden, en preventie van recidief LBP namen deelnemers deel aan de ‘graded activity’ interventie. Graded activity bestaat uit sessies van 60 minuten, 2 keer per week totdat de werknemers volledig waren terug gekeerd naar werk of nadat de maximale therapieduur van 3 maanden was behaald. Deelnemers aan ‘graded actvity’ (vs. standaard zorg) keerde sneller terug naar werk.

Jensen et al., 2009: Begeleiding door een bedrijfsarts (2 sessies) van ervaren problemen op de werkplek en het verbeteren van de lichamelijke activiteit werd vergeleken met standaard zorg (korte instructie voor oefeningen en verwijzing naar huisarts of chiropractor). Het risico voor langer dan 8 weken verzuim vanwege rugklachten en het aantal verzuimdagen was significant lager in de interventiegroep. Cliënten in de interventiegroep verbeterden op hoeveelheid ervaren pijn en gezondheid (fysiek functioneren).

Karjalainen et al., 2004:

Een mini-interventie waarin geruststelling en activering centraal stonden werd vergeleken met standaardzorg van de huisarts (o.a. informatiefolder over rugklachten). Daarnaast is onderzocht of een aanvullend bezoek aan de werkplek van toegevoegde waarde was ter vermindering van verzuim.

Het aantal verzuimdagen was het kleinst in de mini-interventiegroep. Een aanvullend bezoek aan de werkplek leverde geen toegevoegde waarde voor vermindering van verzuim, maar was wel effectiever dan standaardzorg.

Kool et al., 2007 (en Kool et al. 2005):

Revalidatie gericht op functieverbetering (‘function centered treatment’) werd vergeleken met ‘pain centered treatment’. Training van functieverbetering hield in werksimulatie, krachttraining, cardiovasculaire training en vergroten van het uithoudingsvermogen. De pijngerichte therapie bevatte actieve en passieve mobilisatie, rekken en strekken, krachttraining en informatie over de rug. De kans dat de cliënt na 1 jaar terugkeerde in werk was twee keer zo groot in de functie gerichte interventie.

Lambeek et al., 2010:

Een geïntegreerd zorgprogramma (‘integrated care’) waarin een cliëntgerichte interventie en een werkgerichte interventie worden gecombineerd. Deze zogenaamde participatieve benadering is een stapsgewijs protocol voor leidinggevenden en medewerkers voor het identificeren en gezamenlijk oplossen van barrières voor terugkeer naar werk of het aanpakken van risicofactoren voor toekomstig verzuim. De ‘integrated care’ werd vergeleken met standaardzorg van huisarts of bedrijfsarts. Het aantal verzuimdagen tot terugkeer naar werk in de ‘integrated care’ groep (88 dagen) was aanzienlijk lager dan in de standaardzorg groep (208 dagen).

Lindh et al., 1997:

Multidisciplinaire revalidatie waarin ook begeleiding terug naar werk onderdeel is van de therapie, werd vergeleken met geen interventie. Gedurende follow-up van 5 jaar waren er geen significante verschillen in arbeidsparticipatie. Na sub-analyse bleek dat autochtone (Zweedse) cliënten die revalidatie hadden gevolgd wel minder verzuimden vergeleken met de controlegroep en allochtone cliënten juist minder.

Lindstrom et al., 1992 (free):

Een ‘graded activity’ programma bestaande uit vier onderdelen: 1) meten van functionele capaciteit; (2) een werkplek bezoek; (3) rugscholing; en (4) een individueel sub-maximaal, stapsgewijs opgebouwd oefenprogramma, met een operant-gedragsmatige benadering gebaseerd op de FCE tests en de eisen die het werk stelt. De ‘graded activity’ interventie werd vergeleken met standaardzorg van de huisarts. Verzuim vanwege rugklachten was significant lager in de interventiegroep (12.1 week vs. 19.6 week).

Loisel et al., 1997 (en Loisel et al., 2002; free):

In deze studie werden vier interventies vergeleken: 1) standaardzorg (huisarts, video over rugpijn en brief naar leidinggevende); 2) klinische interventie (rugschool, functionele revalidatie, therapeutisch werken);

3) werkgerelateerde interventie (bedrijfsarts, 'participatory ergonomics', werkplek evaluatie, beoordeling van werkaanpassingen) en 4) een gecombineerde interventie van 2 en 3. De gecombineerde interventie leidde tot 2.4 maal zo snelle werkhervatting vergeleken met standaardzorg. Het specifieke effect van de werkgerelateerde interventie droeg het meeste bij aan dit resultaat.

Marhold et al., 2001:

Een cognitief gedragsmatige interventie voor mensen met rugklachten die kortdurend en langdurend verzuimen. Cliënten leerden om te gaan met pijn en problemen en hoe terug te keren in werk. De cognitief gedragsmatige interventie leidde tot minder verzuimdagen vergeleken met standaardzorg voor de kortdurend verzuimers (21 vs. 40 dagen), maar niet voor de langdurig verzuimers (49 vs. 54 dagen).

Steenstra et al. 2006 (en Steenstra et al., 2006):

'Graded activity' werd vergeleken met standaardzorg (Nederlandse richtlijn bedrijfsartsen). 'Graded activity' zorgde voor latere terugkeer naar werk (139 dagen) vergeleken met standaardzorg (111 dagen). Ook voor pijnvermindering en functieverbetering was 'graded activity' niet effectief.

Verbeek et al., 2002:

Vroege bedrijfsgeneeskundige begeleiding (gebruik van de richtlijn, wegnemen van barrières voor terugkeer naar werk) van mensen met rugpijn werd vergeleken met standaardzorg (huisarts en begeleiding door de leidinggevende). Vroege interventie door de bedrijfsarts was niet effectief, er bleek na een jaar geen verschil in duur tot terugkeer naar werk en totale verzuimduur.