Samen zoeken naar oplossingen.

Arbeidsmogelijkheden

Inleiding

Arbeidsongeschiktheid is vooral de werknemer met een chronische aandoening of ziekte, maar ook voor de betrokken werkgever én voor de maatschappij als geheel een groot probleem. Desalniettemin is er weinig wetenschappelijke literatuur beschikbaar over de arbeidsmogelijkheden voor mensen met een arbeidsbeperking als gevolg van een chronische aandoening of ziekte. Er wordt nog te vaak in beperkingen en onmogelijkheden gedacht. Deze factsheet bevat informatie over arbeidsmogelijkheden en functies die geschikt zijn voor mensen met specifieke arbeidsbeperkingen.

Relatie tussen functionele mogelijkheden en functie-eisen

In een Nederlands onderzoek is uitgezocht, op basis van analyse van ruim 50.000 beoordelingen van arbeidsongeschiktheid, welk type functies passend zijn bij een bepaald type arbeidsbeperking.1 Hieronder is eerst een algemeen theoretisch schema weergegeven van de relatie tussen de functionele mogelijkheden van een werknemer en de functie-eisen (zie afbeelding 1).

Afbeelding 1: Relatie tussen functionele mogelijkheden en functie-eisen

Beroepen die geschikt zijn bij functionele arbeidsmogelijkheden

Om voor mensen met verminderde functionele mogelijkheden de kansen op regulier werk te verkennen, is geprobeerd om beroepen te identificeren die geschikt zijn voor mensen met een specifieke arbeidsbeperking.2 In tabel 1 is weergegeven wat in het onderzoeksbestand de meest voorkomende beroepen waren bij registratie van één van de vier specifieke beperkingen.

Tabel 1: Meest voorkomende beroepen bij een specifieke beperking

Beroep

Terrein van de arbeidsbeperkingen:

(b)

Fysiek vermogen *

Autonomie *

Psychisch vermogen *

Manuele vaardigheden *

Typiste en telefoniste

Operator naaimachine

Receptioniste

Administratief medewerker

Monteur van elektrische apparaten

Bezorger of chauffeur

Medewerker in een parkeergarage

Beveiliger

Fabrieksmedewerker

Inpakker (handmatig)

Huishoudelijke hulp

Schoonmaker

Agrarisch medewerker

* subgroep van mensen met arbeidsbeperkingen op het terrein van:

    • fysiek vermogen: algemene fysieke mogelijkheden

    • autonomie: zelfstandig uitvoeren van een taak/functie

    • psychisch vermogen: algemene psychische mogelijkheden

    • manuele vaardigheden: handfunctie en handkracht

Relatie tussen diverse chronische ziekten en bepaalde arbeidsbeperkingen

De taakeisen die voortvloeien uit bepaald werk kunnen worden onderverdeeld in fysiek/lichamelijk, cognitief/mentaal of en sociaal. Een onderzoek onder de werknemers van een Britse universiteit liet zien dat aanwezigheid van een depressie grote impact had op de uitvoering van alle drie type taakeisen.3 Pijn aan het houdings- en bewegingsstelsel had voornamelijk impact op uitvoering van fysieke taakeisen. Migraine en diabetes (suikerziekte) hadden vooral een sterk negatieve invloed op de uitvoering van cognitieve taakeisen. Bij de andere chronische aandoeningen en ziekten, die voorkwamen in deze populatie (artritis, astma, hartziekten en prikkelbare darm syndroom), hadden vooral de algemene ziektesymptomen, zoals vermoeidheid, en niet zozeer de ziekte-specifieke symptomen, invloed op de uitvoering van de taakeisen. Werknemers met een depressie ontvingen de minste aanpassingen van hun cognitieve taakeisen. Dit duidt op ofwel onvoldoende openheid over de ziekte dan wel op de opvatting van de werkgever dat bij depressie geen geschikte aanpassingen kunnen worden doorgevoerd.

Algemene aanbevelingen

Het is mogelijk om functionele mogelijkheden af te zetten tegen de eisen die het werk aan een werknemer stelt en bij aanwezigheid van beperkingen een match te maken tussen de resterende functionele mogelijkheden en bepaalde taakeisen, eventueel door werkaanpassingen of het realiseren van nieuw werk. Bepaald beroepen lijken prima geschikt voor werknemers met een specifieke beperking, waarbij bij elke groep van arbeidsbeperkingen andere beroepen passen.

Relatie met informatie voor professionals

  1. Verwachting van de werkende om te kunnen werken: deze wordt bepaald door het vertrouwen in eigen kunnen (competenties) en de mogelijkheid om het werk uit te voeren (gelegenheid).4 Er wordt ook wel gesproken over de ‘eigen effectiviteit’ om terug te keren in werk of om aan het werk te blijven. Personen zijn sneller gemotiveerd voor een bepaalde activiteit als zij het idee hebben dat zij voldoende bekwaam zijn om die met succes te verrichten. De eigen verwachting terug te kunnen keren in werk voorspelt de mate waarin men daadwerkelijk terugkeert, ook op de lange termijn.5 De verwachting om te kunnen werken kan beïnvloed worden door werkgerelateerde cognitief gedragsmatige therapie en door multifactoriële arbeidsrevalidatie.

  2. Eigen motivatie van de werkende om te werken: motivatie is datgene wat een individu tot bepaald gedrag drijft. Motivatie heeft invloed op de initiatie, richting, intensiteit en volharding van het menselijk gedrag. Iedere persoon heeft een eigen motivatie om te werken. De redenen om te (willen) werken verschillen van persoon tot persoon. De meeste mensen vinden werk belangrijk omdat daaraan bepaalde eigen waarden verbonden zijn, zoals geld verdienen, deelnemen aan de maatschappij, realiseren van persoonlijke ontwikkeling, interactie met klanten of collega’s of het brengen van structuur in het dagelijks leven. Onderzoek heeft aangetoond dat het ontbreken van motivatie om te werken een voospeller is voor werkverzuim of vertraagde terugkeer naar werk, als ook voor latere arbeidsongeschiktheid.6

  3. Mentale of psychische belastbaarheid is de mentale (werk)last die een individu kan dragen. Werknemers met emotionele problemen of depressieve symptomen hebben een verhoogde kans op productiviteitsverlies, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid.5 Mentale belastbaarheid is gerelateerd aan vitaliteit, vermoeidheid, veerkracht en de mate waarin een persoon controle ervaart over zijn leven. Zij kan worden gemeten met de vragenlijst WorkAbility Index.

  4. Mentale arbeidsbelasting: hieronder wordt de geestelijke over- of onderbelasting verstaan door bijvoorbeeld hoge werkdruk, hoog werktempo, complex werk, hoge mentale taakeisen, grote mate van verantwoordelijkheid, gebrek aan eigen beslissingsbevoegdheid (autonomie) in het werk, beperkte regelmogelijkheden, lange werkdagen, onduidelijkheid over rollen of taken, onzekerheid over de toekomst op het werk en conflicten met collega’s of leidinggevende. Werkenden met mentaal zwaar werk hebben een grotere kans op arbeidsongeschiktheid, ziekteverzuim en verminderd werkvermogen.7

Er bestaan verschillende mogelijkheden om de mentale arbeidsbelasting te verminderen, door:

    • het uitvoeren van aangepaste werkzaamheden;8 9

    • vermindering van werkdruk en verhogen van autonomie;10 11 12

    • het aanpakken van onduidelijkheden of conflicten.13

Daarnaast is het ook mogelijk te werken aan een verhoogde mentale belastbaarheid van de werkende, zodat deze de arbeidsbelasting beter aankan. Een gecombineerde aanpak bleek effectief in het verminderen van sombere gevoelens en het verbeteren van de vooruitzichten voor werkhervatting.14

  1. Lichamelijke of fysieke belastbaarheid: dit is de lichamelijke (werk)last die een individu kan dragen. Een lage lichamelijke belastbaarheid is een risicofactor voor ziekteverzuim en is in hoge mate gerelateerd aan arbeidsparticipatie.15 16 Zij kan worden gemeten met een onderdeel van de vragenlijst WorkAbility Index, of met fysieke testen, welke vaak onderdeel zijn van een ‘Functionele Capaciteit Evaluatie’ (FCE).

Interventies om de lichamelijke belastbaarheid te verhogen zijn algemene fysieke training ter verhoging van de algemene belastbaarheid zoals uithoudingsvermogen en kracht,17 specifieke training van de functionele capaciteit vereist voor de uitvoering van werkzaamheden,18 19 20 en ‘graded activity’, waarbij de intensiteit van de belasting volgens een vooraf besproken patroon wordt opgevoerd.21 22 23 24 De interventies specifiek gericht op het vergroten van de functionele capaciteit voor het uitvoeren van werkzaamheden waren effectief voor eerdere terugkeer naar werk. Bij interventies waarbij alleen 'graded activity' of training werd aangeboden, varieerde de effectiviteit voor arbeidsdeelname van geen effect tot redelijk effect.

  1. Lichamelijke arbeidsbelasting: dit is de belasting op het lichaam tijdens het werk. Voorbeelden van lichamelijke arbeidsbelasting zijn werken in een ongunstige werkhouding, tillen van zware lasten, blootstelling aan trillingen, zwaar fysiek werk, werk met langdurig dezelfde houding of blootstelling aan toxische of allergene stoffen. Werknemers met lichamelijk zwaar werk hebben een grotere kans op arbeidsongeschiktheid, ziekteverzuim en verminderd werkvermogen.6
    Er is bij verschillende aandoeningen onderzoek gedaan naar het effect van werkplekaanpassingen die lichamelijke arbeidsbelasting kunnen verminderen, zoals meer afwisseling van werkzaamheden, lagere (til)belasting, gebruik van hulpmiddelen, aanpassingen van de werkplek of (tijdelijk) andere of aangepaste werkzaamheden. Dit soort aanpassingen zijn effectief gebleken in het verkorten van de verzuimduur.21 23 25 Het uitvoeren van ander of aangepast (therapeutisch) werk was effectief voor versnelde terugkeer naar werk.26 27
    Daarnaast is het ook mogelijk te werken aan een verhoogde belastbaarheid van de werkende, zodat deze de arbeidsbelasting beter aankan.17 28 Vermindering van blootstelling aan toxische of allergene stoffen, bijvoorbeeld door beschermende apparatuur, voorlichting over preventie, of overplaatsing naar een minder belastende werkplek, kan ook voor verbetering van symptomen zorgen. Soms is het voor algehele vermindering van blootstelling nodig om een andere werkplek te zoeken, maar dit lukt niet voor iedereen, dus dit verhoogt de kans op verlies van werk.29

  2. Aanpassingsmogelijkheden: dit zijn aanpassingen van de werkplek, het werk, of de werkuren.
    In gesprek tussen de leidinggevende of werkgever en de (wel of niet verzuimende) werkende moeten de mate waarin aanpassingen op het werk kunnen worden gemaakt en de aanpassingen, die in een bepaalde situatie mogelijk of wenselijk zijn, aan de orde komen.
    Een werkplekonderzoek en naar aanleiding daarvan doorvoeren van werkaanpassingen, waarbij alle belanghebbenden (werknemer, werkgever, bedrijfsarts, huisarts) in de analyse- en/of uitvoeringsfase van het werkhervattingsproces betrokken waren, was effectief in het reduceren van werkverzuim.30

  3. Regelmogelijkheden: hieronder wordt de vrijheid verstaan, die iemand heeft om het eigen werk te sturen en te organiseren, bijvoorbeeld door een pauze te nemen of door zelf te plannen. Meer regelmogelijkheden en minder taakeisen zorgen er voor dat werknemers met een (veelvoorkomende) chronische ziekte minder verzuimen door ziekte.31
    Uit een systematische review blijkt dat een gebrek aan regelmogelijkheden op het werk een risicofactor is voor arbeidsongeschiktheid.6 Het vergroten van regelmogelijkheden leidt bij de meeste mensen tot minder stress, maar is echter niet op alle werkplekken mogelijk.

Meer informatie binnen deze bibliotheek

Informatie die gerelateerd is aan het thema ‘arbeidsmogelijkheden’ is te vinden in de factsheets ‘arbeidsre-integratie’ en ‘ondersteuning en erkenning’ onder werknemer en ‘ondersteuning en gesprek’ onder werkgever. Daarnaast is relevante informatie over verwachtingen, motivatie en activiteiten van de werknemer om weer aan het werk te gaan en belasting (en aanpassing daarvan) en belastbaarheid te vinden in een aantal factsheets voor professionals.

De volgende factsheets bevatten gerelateerde informatie:

Links

Overige literatuur

Literatuurverwijzingen

1 

Broersen JP, Mulders HP, Schellart AJ, Van der Beek, AJ. The identification of job opportunities for severely disabled sick-listed employees. BMC Public Health 2012;12:156-156

2 

Broersen JP, Mulders HP, Schellart AJ, Van der Beek, AJ. The identification of job opportunities for severely disabled sick-listed employees. BMC Public Health 2012;12:156-156

3 

Munir F, Jones D, Leka S, Griffiths A. Work limitations and employer adjustments for employees with chronic illness. International J Rehabil. Res. 2005;28(2):111-117.

4 

Berglind H, Gerner U. Motivation and return to work among the long-term sicklisted: an action theory perspective.

Disabil. Rehabil. 2002;24(14):719-26.

5 

Sears JM, Rolle LR, Schulman BA, Wickizer TM. Vocational rehabilitation program evaluation: comparison group challenges and the role of unmeasured return-to-work expectations. J Occup. Rehabil. 2014;24(4):777-89.

6 

Wagner S, White M, Schultz I, Murray E, Bradley SM, Hsu V, McGuire L, Schulz W.

Modifiable worker risk factors contributing to workplace absence: a stakeholder-centred best-evidence synthesis of systematic reviews. Work 2014;49(4):541-58.

7 

White M, Wagner S, Schultz IZ, Murray E, Bradley SM, Hsu V, McGuire L, Schulz W. Modifiable workplace risk factors contributing to workplace absence across health conditions: A stakeholder-centered best-evidence synthesis of systematic reviews. Work 2013;45(4):475-92.

8 

Van der Feltz-Cornelis CM, Hoedeman R, De Jong FJ, Meeuwissen JAC, Drewes HW, Van der Laan NC, Adèr HJ. Faster return to work after psychiatric consultation for sicklisted employees with common mental disorders compared to care as usual. A randomized clinical trial. Neuropsychiatr. Dis. Treat. 2010;6:375–385.

9 

Vlasveld MC, Van der Feltz-Cornelis CM, Adèr HJ, Anema JR, Hoedeman R, Van Mechelen W, Beekman AT. Collaborative care for major depressive disorder in an occupational healthcare setting. Br J Psychiatry. 2012;200(6):510-1.

10 

Blonk RWB, Brenninkmeijer V, Lagerveld SE, Houtman ILD. Return to work: A comparison of two cognitive behavioural interventions in cases of work-related psychological complaints among the self-employed. Work & Stress 2006;20(2).

11 

Rebergen DS, Bruinvels DJ, Bezemer PD, Van der Beek AJ, Van Mechelen W. Guideline-based care of common mental disorders by occupational physicians (COOP study): a randomized controlled trial. J Occup. Environ. Med. 2009;51(3):305-12.

12 

Lerner D, Adler D, Hermann RC, Chang H, Ludman EJ, Greenhill A, Perch K, McPeck WC, Rogers WH. Impact of a Work-Focused Intervention on the Productivity and Symptoms of Employees with Depression. J Occup. Environ. Med. 2012;54(2):128–135.

13 

Van Oostrom SH, Van Mechelen W, Terluin B, De Vet HC, Knol DL, Anema JR. A workplace intervention for sick-listed employees with distress: results of a randomised controlled trial. Occup. Environ. Med. 2010;67(9):596-602.

14 

Hees HL, De Vries G, Koeter MW, Schene AH. Adjuvant occupational therapy improves long-term depression recovery and return-to-work in good health in sick-listed employees with major depression: results of a randomised controlled trial. Occup. Environ. Med. 2013;70(4):252-60.

15 

Vingård E, Lindberg P, Josephson M, Voss M, Heijbel B, Alfredsson L, Stark S, Nygren A. Long-term sick-listing among women in the public sector and its associations with age, social situation, lifestyle, and work factors: a three-year follow-up study. Sc J Public Health. 2005;33(5):370-5.

16 

Bertilsson M, Vaez M, Waern M, Ahlborg G Jr, Hensing G. A prospective study on self-assessed mental well-being and work capacity as determinants of all-cause sickness absence. J Occup. Rehabil. 2015;25(1):52-64.

17 

Heymans MW, de Vet HC, Bongers PM, Knol DL, Koes BW, van Mechelen W. The effectiveness of high-intensity versus low-intensity back schools in an occupational setting: a pragmatic randomized controlled trial. Spine 2006;31(10):1075-82.

18 

Burke SA, Harms-Constas CK, Aden PS. Return to work/work retention outcomes of a functional restoration program. A multi-center, prospective study with a comparison group. Spine 1994;19(17):1880-5.

19 

Kool J, Bachmann S, Oesch P, Knuesel O, Ambergen T, de Bie R, van den Brandt P. Function-centered rehabilitation increases work days in patients with nonacute nonspecific low back pain: 1-year results from a randomized controlled trial. Arch Phys. Med. Rehabil. 2007;88(9):1089-94.

20 

Lindström I, Ohlund C, Eek C, Wallin L, Peterson LE, Fordyce WE, Nachemson AL. The effect of graded activity on patients with subacute low back pain: a randomized prospective clinical study with an operant-conditioning behavioral approach. Phys. Ther. 1992;72(4):279-90.

21 

Hlobil H, Staal JB, Spoelstra M, Ariëns GA, Smid T, van Mechelen W. Effectiveness of a return-to-work intervention for subacute low-back pain. Sc J Work Environ. Health. 2005;31(4):249-57.

22 

Anema JR, Steenstra IA, Bongers PM, de Vet HC, Knol DL, Loisel P, van Mechelen W. Multidisciplinary rehabilitation for subacute low back pain: graded activity or workplace intervention or both? A randomized controlled trial. Spine 2007;32(3):291-8.

23 

Steenstra IA, Anema JR, Bongers PM, de Vet HC, Knol DL, van Mechelen W. The effectiveness of graded activity for low back pain in occupational healthcare. Occup. Environ. Med. 2006;63(11):718-25.

24 

Lambeek LC, van Mechelen W, Knol DL, Loisel P, Anema JR. Randomised controlled trial of integrated care to reduce disability from chronic low back pain in working and private life. BMJ. 2010;340:c1035.

25 

Arnetz BB, Sjögren B, Rydéhn B, Meisel R. Early workplace intervention for employees with musculoskeletal-related absenteeism: a prospective controlled intervention study. J Occup. Environ. Med. 2003;45(5):499-506.

26 

Loisel P, Lemaire J, Poitras S, Durand MJ, Champagne F, Stock S, Diallo B, Tremblay C. Cost-benefit and cost-effectiveness analysis of a disability prevention model for back pain management: a six year follow up study. Occup. Environ. Med. 2002;59(12):807-15.

27 

Jensen LD, Maribo T, Schiøttz-Christensen B, Madsen FH, Gonge B, Christensen M, Frost P. Counselling low-back-pain patients in secondary healthcare: a randomised trial addressing experienced workplace barriers and physical activity. Occup. Environ. Med. 2012;69(1):21-8.

28 

Kool J, De Bie R, Oesch P, Knüsel O, Van den Brandt P, Bachmann S. Exercise reduces sick leave in patients with non-acute non-specific low back pain: a meta-analysis. J Rehabil. Med. 2004;36(2):49-62.

29 

De Groene GJ, Pal TM, Beach J, Tarlo SM, Spreeuwers D, Frings-Dresen MH, Mattioli S, Verbeek JH. Workplace interventions for treatment of occupational asthma. Cochrane Database Syst. Rev. 2011;(5):CD006308.

30 

Franche RL, Cullen K, Clarke J, Irvin E, Sinclair S, Frank J. Workplace-based return-to-work interventions: a systematic review of the quantitative literature. J Occup. Rehabil. 2005;15(4):607-31.

31 

Leijten FR, Van den Heuvel SG, Ybema JF, Robroek SJ, Burdorf A. Do work factors modify the association between chronic health problems and sickness absence among older employees? Sc J Work Environ. Health. 2013;39(5):477-85.